TFT-schermen, is bigger better?

TFT-schermen worden steeds goedkoper en groter. Betaalde je in 2003 meer dan € 300 voor een 15 inch scherm, nu heb je voor € 250 of minder al een monitor van 19inch.

De Consumentenbond testte 11 verschillende monitoren, waarvan er geen een slecht uit kwam en de prijzen betaalbaar waren. Toch zijn er een aantal zaken waar je op moet letten, voordat je tot aanschaf overgaat:
Kies voor een monitor die een DVI-ingang heeft. Met deze digitale aansluiting is de beeldkwaliteit hoger;
Een monitor met ingebouwde netvoeding scheelt een rondslingerend doosje;
Een glanslaag op het scherm ziet er chique uit, maar reflecties zorgen voor een minder goede beeldkwaliteit;
Let op de lengte van de kabels. Sommige hebben kabels van krap 150 centimeter;
Kies alleen breedbeeld als je veel films wilt bekijken.

Een enkele keer komt het voor dat een TFT-scherm constant een zwart, wit of gekleurd puntje laat zien. In dat geval is een (sub)pixel defect. Kapotte pixels komen niet zo vaak voor, maar ze zijn wel erg hinderlijk. Zowel voor, tijdens als na de test van de TFT-schermen, is slechts één defecte pixel gezien.

Hoewel pixelfouten weinig voorkomen, geeft geen van de fabrikanten 100% garantie tegen fouten. Zelfs de strengste norm laat het toe dat er meerdere pixels stuk zijn. Maak als het lukt afspraken met de winkelier over het omruilen van de monitor in geval van een kapotte pixel.

Of koop de monitor bij een winkel waar je makkelijk kunt ruilen als het product niet bevalt.
Heb je het scherm nog op proef? Controleer het dan meteen met een speciaal programma op defecte pixels.