maandag 19 februari 2007

Second Life lijkt veel op piramidespel


IBM, Philips en ABN Amro: allemaal hebben ze een plaatsje veroverd in de computer­hit van 2007, Second Life. Marketingtrucs misschien, maar niet zonder risico. Voor de speler welteverstaan. Second Life valt het best te omschrijven als een echte wereld, maar dan op de computer: een uit de hand gelopen computerspel. Honderdduizenden computeraars van over de hele wereld doen mee aan deze virtuele wereld. Dat kan heel eenvoudig: het internet op, aanmelden en klaar.
Op het computerscherm verschijnt een wereld die bijna niet van echt te onderscheiden is: je kunt wandelen op Times Square in New York,of een proefrit maken in een Toyota of BMW. Uiteindelijk draait het, zeggen critici, in Second Life maar om twee dingen: seks en geld. Seks is volop voorhanden, geld niet. Bezoekers kunnen hun echte Amerikaanse dollars bij de beheerder van het programma inwisselen voor Linden Dollars, de munteenheid van het spel. En daar zit nu juist een groot risico, constateert Wim Boonstra, hoofdeconoom van de Rabobank. In het laatste Rabo- themabericht belicht hij de economische wereld van Second Life.
Linden Lab, de bedenkers van Second Life, regeert ‘ met dictatoriaal gezag’, constateert Boonstra. Linden Lab verdient flink aan het spel door echte dollars in te wisselen voor virtuele lindendollars. Als een echte centrale bank creëert Linden Lab daarmee geldscheppingswinst: de verkoopwaarde van de lindendollar ligt aanzienlijk hoger ligt dan de materiaalkosten ervan. En die zijn in een virtuele wereld gering. Een wereld waarin het draait om geld, met als enige toezichthouder een commerciële despoot die er zelf aan verdient, is een uitgelezen kans voor criminele witwaspraktijken, constateert Rabobankeconoom Boonstra.
Het enige wat Linden Lab daartegen doet, is de valutahandel stilleggen als er te grote bedragen uit het spel worden gesluisd. Maar met twee miljoen geschatte bezoekers kunnen er nog heel wat lindenbiljetten worden omgewisseld voor wit, hard Amerikaans geld. Met lindendollars is geld te verdienen, vooral door virtuele projectontwikkelaars. Ze kopen een stukje grond en kruipen enkele uren tot dagen achter de pc, om een flink gebouw te programmeren. Die kastelen gaan voor flinke virtuele bedragen van de hand, vooral naar mensen die met slim spelen veel geld hebben verdiend. Of naar mensen die de echte en de virtuele wereld moeilijk van elkaar kunnen onderscheiden, en maandsalarissen omwisselen voor geld dat alleen op hun beeldscherm bestaat. Leuk of gevaarlijk? Vooral het laatste, constateert Boonstra. Want het spel vertoont gevaarlijke trekjes. Allereerst die van een piramidespel. Virtuele banken schermen met hoge rende­menten, soms tot 44 procent. Ze claimen die opbrengst te halen door te investeren in virtueel onroerend goed. Boonstra: „ Critici stellen dat het hier een piramidespel betreft, waarbij met de inleg van nieuwkomers de rendementen van eerdere beleggers worden uitgekeerd.” Daarnaast blijft Second Life een ‘zero sum game': alleen het geld dat door mensen ín het spel wordt gestopt, kan er weer uit gehaald worden.

Geen opmerkingen: